Ogenblikje a.u.b., de pagina wordt geladen..


In Russell (14 april) bij een van de zeer weinig leuke
winkeltjes. Wel voor het eerst met kiwi's op de plaat.
12 april. Zeventig dagen en nachten en ruim negenduizend kilometer zijn we inmiddels verder. Van Awanui gaat de route via het bijzonder mooie Karikari schiereiland naar de Bay of Islands om in het 'vriendelijke', maar kleine Kerikeri te overnachten. De volgende ochtend, na een ontbijtje in de zon, leuten we eerst koffie in Kerikeri om daarna wat gezellige winkeltjes af te struinen. Dan rijden we verder, met Paihia als eindbestemming.

14 april. Aan de overkant van Paihia, gescheiden door een plas water die deel uitmaakt van de Bay of Islands, ligt 'historisch' Russell. Schijnt veelbelovend te zijn, dus boeken we een retourtje met de ferry om een kijkje te nemen. In 1809 arriveerden hier deeerste kolonisten. Zij maakten van Kororareka, zoals Russell toen nog heette, de eerste blanke nederzetting van Nieuw-Zeeland. Geschiedkundig gezien kan het dan wel van enige betekenis zijn, wij zijn er snel uitgekeken. Op wat oude panden, wat kroegjes, een enkel winkeltje en een museum na heeft Russell namelijk niets te bieden. Dus zijn we vroeg in de middag alweer terug in Paihia om met de camper verder te trekken.

15 april. Via de Hururu Falls zijn we wederom in Kerikeri beland om zo bij het Puketi- en het Omahutuwoud te komen. Puketi Forest is prachtig en bovendien geurig. We snuiven regelmatig iets mintachtigs op. Geen idee wat het is, maar al met al blijkt Puketi een prima bos voor een leuke wandeling. Dat valt van Omahutu niet te zeggen. Hier ligt de grootste Kauristomp. Via een smal pad rijden we steeds dieper het woud in, hopend dat er geen tegenligger komt. Daar is absoluut geen ruimte voor. Het netwerk valt weg en we zijn echt alleen op de wereld. Daar verwijst ineens een bordje naar de Giant Stump. Vol verwachting gaan we kijken... Drie keer niks, hoewel Dick een andere mening is toegedaan. Maar goed, een enorme stomp dus (plm. 4 mtr. doorsnee), overwoekerd met planten en gras. Verder mankeert er niets aan dit plekje, dus we blijven er die nacht staan. Daarin horen we af en toe een dierengeluid, heeft iets weg van een kiwi.


16 april. Heerlijk geslapen daar in het donkere bos en geen mens gezien of gehoord sinds we er gisteren aankwamen. Na een ontbijtje in de zon nemen we het smalle pad terug naar de bewoonde wereld. Ineens is er ook weer netwerk. Bij Puketi forest stoppen we even voor de eerste bak koffie vandaag. Dan tuffen we door naar Whangarei, via een kleine omweg over Kaikohe om boodschappen in te slaan en water bij te vullen. Daarna doemen slechts enkele nietszeggende, enigszins in verval zijnde dorpjes op. Het landschap tot Kawakawa is ook niet bepaald opwindend. Dat verandert daarna in positieve zin wanneer er weer meer bergen en bebossing opdoemen, met hier en daar de eerste herfstkleuren. Halverwege de middag zijn we in Whangarei. Onze laatste zaterdag in Nieuw-Zeeland zit er bijna op.

17 april. In de gezellige haven van Whangarei (foto re-boven) nuttigen we eerst een bakje koffie voordat de reis wordt voortgezet. In Whangarei valt verder niets te beleven. Alle winkels zijn dicht. Iets dat overigens in vrijwel het hele land vanaf zaterdag rond het middaguur al het geval is. We gaan zodoende de uitstulping aan de oostkust tot de Bream Bay in de Stille Oceaan verkennen. Die staat immers te boek als het best bewaarde geheim. Als de Nieuw-Zeelanders daarmee bedoelen dat dit gebied mooi en ongerept is, dan moeten we ze daarin gelijk geven. Voor de variatie doen we nu eens de 'Smugglers Cove' wandeling (foto links). Die leidt ons langs de baai, over een stukje strand, dan door gras tot aan je middel, via een soort van loopgraven een berg op. Dus klimmen, hijgen en zweten. Maar het is helemaal de moeite waard. Terug richting Whangarei passeren we Tamaterau waar we op een campsite gaan staan. En zo komt er ook een eind aan deze laatste zondag aan de andere kant van de wereld.

18 april. We dachten vanmorgen, die Whangarei Falls in een soort van stadspark, dat kan nooit veel zijn. Maar we komen er toch langs, dus even kijken. Blij dus dat we de moeite hebben genomen. Dat water, kletterend in een onder de zon groen oplichtend deel van de rivier. Prachtig! Daarna toch nog even Whangarei city in voor onder meer een bakkie op een zonovergoten terrasje en dan door. We hebben bij de supermarkt een heerlijke muffin gehaald om onderweg met koffie te verorberen op een mooi plekje. Dat vinden we aan het strand waar de Uretiti Beach campsite is gevestigd. Dus zitten we daar te smullen van onze koffie met muffin, komt er een meneer langs. Op de terugweg van zijn douche, spreekt hij Dick aan. En nu wordt het echt een sterk verhaal, want deze man komt uit Nederland en blijkt meneer Vrijenhoek, de vader van Barry, te zijn (Barry en Barbara van Wk-07). Pa Vrijenhoek (op de foto links) rijdt met een enorme car, met de tekst: 'Why Ever Not' al genietende van het leven wat rond. Met zijn vrouw staat hij nu sinds een paar dagen op de Uretiti Beach campsite. Barry's vader verruilde het Nederlandse Leiden in 1951 voor Nieuw-Zeeland en woonde vervolgens in Christchurch op het zuidereiland. Daar heeft hij enige tijd geleden het huis verkocht. Al kamperende zoekt hij nu ergens een nieuw plekje om zich te vestigen op het noordereiland. Het bevalt hem hier uitstekend, vooral vanwege het veel betere weer. Dat wij hem nou net treffen zeg! Over 'small world' gesproken. Wellicht hadden we nog een hele avond kunnen doorkletsen met dit innemende echtpaar, maar zij hebben die avond een afspraak.

We gaan daarom verder naar Waipu. Direct aan het strand ligt de kleine, maar comfortabele Waipu Cove Cottages and Camping. Echt iets voor ons. De vrouw des 'huizes' ontvangt ons allervriendelijkst en met de campsite is niks mis. Keurig verzorgd terrein, schone en als nieuw ogende douches, toiletten en een keuken. Verder geen heisa in de vorm van fasciliteiten, maar precies alles wat we nodig hebben. Als het morgen, de eerste dag van onze twaalfde week, net zo'n stralende dag is als vandaag, knopen we er hier een dagje aan vast. Gaan we optimaal van de zon genieten.