Ogenblikje a.u.b., de pagina wordt geladen..

5 april. Dit is nou dat mooie plekje waarvoor we ons verblijf in Hahei nog even verlengden. Vanmorgen net na zevenen zijn we alweer op weg naar het betoverende strandje met z'n Cathedral Cove (foto). Een hele tijd is er buiten ons tweetjes niemand anders. Het ruisen van de zee en het krijsen van de meeuwen vormen het enige geluid. Helaas geen stralend blauwe lucht vanmorgen, maar verder bevalt de situatie goed. Net na negenen kan er nog een snel ontbijtje af op de campsite en wordt de camper voorzien van vers water. Daarna verlaten we langs de oostkust het schiereiland Coromandel en zetten koers richting Auckland. Na het plaatsje Pipiroa is het een must een 'zijsprong' te maken naar Wilderness Gems. Dus waaien we even langs bij deze specialist in halfedelstenen. Best leuk! In Miranda, aan de baai de Firth of Thames, parkeren we de campervan tussen de talloze vogels. Een mooi plekje om er de komende nacht door te brengen. Dus dat doen we, onder een inktzwarte sterrenhemel.

6 april. Zo ontwaak je alleen op de wereld ergens op een strand in Miranda of all places en zo baan je je een weg door het ruim 1,2 miljoen inwoners tellende Auckland. En dat dan ook nog eens op de linker weghelft. Het kostte Dick heel wat bloed, zweet en tranen, maar hij heeft ons er wel levend en zonder schade doorheen geloodst. In Muriwai beach, ten westen van Auckland, komen we in het avondschemer aan en blijven er de nacht. Morgen zien we wel weer verder.

7 april. We blijven lekker nog een dagje. Het weer is geweldig en op een steenworp afstand zit aan de schitterende kust een kolonie Jan van Genten. Het lijkt wel een computerspelletje om deze vogels een beetje knap op de foto te krijgen. Ze vliegen alle kanten op. En om ze in je lens te krijgen, scherp te stellen en ook nog eens te klikken valt dan helemaal niet mee. Het kost een paar uur, maar uiteindelijk levert de indivning toch wel aardige plaatjes op. Heerlijk zo'n dagje helemaal niks. Voor het eerst deze reis hebben we de camper geen meter verplaatst, maar morgen moeten we echt weer door willen we het noordelijkste puntje halen en ook weer op tijd in Auckland zijn voor de vlucht naar huis.

8 april. Via de weg Helensville, Wellford rijden we naar Dargaville. Dit stuk staat bekend als een scenic route. Wij zijn er dus niet van onder de indruk. Dat zijn we wel van het Kaurimuseum in Matakohe dat we 'en passant' even meenemen. De Kauri is een indrukwekkende boom. In het museum raken we doordrongen van het feit dat de mens ook hier weer enorm veel schade heeft aangebracht. Hele bossen van deze woudreuzen, die een topkwaliteit aan hout leveren, zijn soms na een leven van tweeduizend jaar gekapt voor de meest uiteenlopende doeleinden. Verder heeft de Kauriboom behoorlijk moeten 'bloeden' voor zijn hars, die in de 19e eeuw velen rijk heeft gemaakt. Inmiddels is de Kauri beschermd, maar soit, waar hebben we het over. Slechts vier procent van alle Kauribomen is kap bespaard gebleven. Aan de rand van Trounson Kauri Park vinden we een campsite. Het park is vernoemd naar James Trounson.
Te Matua Ngahere: de vader van het bos.
Deze Kauri heeft een omtrek van 16,4 m.
Hij opende dit op 29 november 1921, nadat hij het uit eigendom aan de regering overdroeg om deze bijzondere natuur te behouden. Campsite-eigenaar Herb Iles organiseert 'nightwalks', daar schrijven we ons dus voor in. Half acht vertrekken we met hem als gids het 450 hectare tellende woud in. Hij toont ons deze windstille donkere avond het nachtleven. We horen direct al de 'Mowpork owl' en even later het geroep van een mannetjes Kiwi om zijn vrouwtje. Zullen we een Kiwi zien? Er schijnen er zo'n tweehonderd in dit park te leven. Dan vlak bij ons geritsel. Gosj, zou het er een zijn? Nee, het blijkt een exemplaar van de Australische possum, een diertje dat de Kiwi bedreigt omdat het haar eieren eet.

Een Kiwi legt er meestal maar een per jaar, soms twee. In uitzonderlijke gevallen heeft ze een tweede leg, ook van maximaal twee eieren. Herb toont ons nog allerlei andere dieren uit het nachtleven. Dan weer geritsel... En ja, echt, het is een Kiwi! Geweldig. En niet veel later zien we zelfs een tweede. Onze avond kan niet meer stuk.

Cape Reinga het meest noordelijke puntje van het noordereiland dat via de weg valt te bereiken. Achter de vuurtoren 'botsen' de Tasman Zee en de Stille Oceaan tegen elkaar.

9 april. Dat leuke James Trounson Park bekijken we vanmorgen ook nog even bij daglicht. Daarna gaat alle aandacht uit naar het Waipoua forest waar een aantal beroemde Kauribomen staan. Maar het begint ineens te hozen, dus laten we dat woud links liggen en gaan naar de kust waar we in Oponini overnachten, hopend dat het morgen beter weer is. En dat is het ook. De 10e april dus eerst maar even terug naar die beroemde bomen, we zitten nu nog in de buurt. Eerst staan we oog in oog in oog met de minstens 1200 jaar oude Tane Mahuta, een exemplaar dat ontzag inboezemt met zijn omtrek van 13,6 meter en z'n lengte van 51 meter. Maar een confrontatie met Te Matua Ngahere (foto boven) doet je helemaal versteld staan. Deze Kauri is vermoedelijk 2000 jaar oud en heeft een doorsnee van vijf meter oftewel een omtrek van 16,4 meter. De verworven naam 'Vader van het bos' komt hem daarmee wat ons betreft volledig toe. Na de ontmoeting met deze woudreuzen gaan we naar Rawene en nemen de ferry naar Rangiora. Na nog een stukje asfalt sluiten we de dag af in Awanui, net boven Kaitaia. Daar kloppen we aan bij motel Norfolk, dat ook plek biedt aan campers. Ziet er goed uit, strak geschoren grasmat, zwembad en een lekkere, schone privé douche. We blijven. Er wacht ons een enthousiaste ontvangst door de uit Brabant afkomstige Jannette Kleijn. Zij en haar man Patrick vormen het management. Jannette drukt ons op het hart toch vooral de Sand Safari naar Cape Reinga te doen. Ze heeft niets teveel gezegd zo blijkt de volgende dag. We doen het Ancient Kauri Kingdom aan, een zaak in Kauri-attributen en krijgen van John Johnston een hele informatieve rondleiding door zijn 'gumdiggerspark', waar ooit in de hoogtijdagen in de periode 1890 - 1910 veel hars werd gevonden. Chauffeur Senny vertelt honderd uit over de Far North en wisselt het praten soms af met een Maori-liedje. Vroeg in de middag zijn we op Cape Reinga en daarmee het via de weg meest noordelijk bereikbare puntje van Nieuw Zeeland. Over Ninety Mile beach, dat in werkelijkheid slechts zestig mijl (96 km) telt, gaat de tocht terug naar Awanui. Een prachtige route over dit immense, vrijwel verlaten strand. En daarmee zit ook onze tiende week er alweer op.