Ogenblikje a.u.b., de pagina wordt geladen..

29 en 30 maart. Beide dagen storten we ons in de bizarre, bijna surrealistische thermale wereld. The Hidden Valley, oftewel Orakei Korako op z'n Maori's, ligt het eerste op de route. Het is alleen over water bereikbaar, dus boeken we het bootje erheen. Geweldig! Plateaus, fel oranje en gifgroen van de algen, en witte veroorzaakt door kalk. Overal stomende pruttelpotjes, ruikend naar zwavel. Ook ligt er een geothermale grot, een van de slechts twee die de wereld rijk is. Het water is inderdaad warm, dat hebben we persoonlijk gecontroleerd. De bron is onbekend. In Waikite Valley, iets verder richting Rotorua, nemen we een thermaal bad. Heerlijk. Het is best fris deze avond, maar na zo'n warmwater-zwemmetje gloei je helemaal. Herboren kom je er uit. Na een overnachting tussen allerlei kokende bronnen rijden we de volgende ochtend (30 maart) door een landschap waar overal stoom uit de grond komt. Het zou zo een decor van een film kunnen zijn. Na circa vijf kilometer maakt een bord duidelijk dat we bij Wai-o-tapu zijn aangekomen met een thermisch gebied van zo'n achttien km2. Het is bijzonder toeristisch, maar zeer de moeite waard.

We vergapen ons aan kraters, kliffen, grotten, heuvels, geisers -zoals de Lady Knox (links), stomende pruttelpotjes en het groene Ngakoro meer. De meest afgrijselijke chemische verbindingen zorgen voor onwaarschijnlijk gekleurde poelen zoals het zogenoemde gifgroene 'Bad van de Duivel', en de oranje omrande stomende en bubbelende Champagne-poel. Deze laatste werd negenhonderd jaar geleden gevormd door een hydrothermale eruptie. De bron heeft zowel een doorsnee als een diepte van zestig meter. De poel, met een temperatuur van 74 graden celcius bevat onder meer goud, zilver, kwikzilver, arsenicum en thallium. De naam dankt deze blauwe poel aan de bubbels die ontstaan na er bijvoorbeeld een handje zand in te gooien. Het water is behoorlijk heet. Daar kan Dick over meepraten. Hij liet hier z'n polaroidfilter vallen, die vervolgens de Champagne-poel inrolde. Gelukkig kwam het attribuut aan de rand tot stilstand, slechts zo'n vijf cm. onder water. Hij zit inmiddels weer in de cameratas. Morgen zien we wel hoe en of Dick's hand het chemische bad heeft overleefd.

31 maart. Dick staat gewoon op mèt hand en er mankeert niets aan. We gaan dus volgens plan naar de Waimangu Volcanic Valley. Eén van de blikvangers is de Tarawera. Deze vulkaan staat er nu vredig bij, maar dat is wel eens anders geweest. De laatste 18.000 jaar barstte de Tarawera vijf keer uit, voor het laatst op 10 juni 1886. Toen verwoestte hij al het planten- en dierenleven in de omgeving. Het is één van de drie dominante gebeurtenissen in de geschiedenis van de vallei. Ook de grootste geiser ter


Wij dus, met op de achtergrond de Champagnepoel.

wereld neemt een deel voor zijn rekening. De Waimangu geiser, ook bekend als de Zwart Water geiser, braakte in de periode 1900-1904 veelvuldig zwart zand, modder en stenen uit tot 400 meter hoog. En dan hebben we nog de uitbarsting van de Frying Pan vlakte in 1917. Ten gevolge daarvan stroomde een grote krater vol met water en vormt het huidige Frying Pan meer (li-onder). Met circa 55º C, een oppervlak van 36.000 m² en een gemiddelde diepte van zes meter is het nu 's werelds grootste hete bron. Er blijkt zoveel fascinerends te zien aan kraters, poelen, kleuren en aardlagen dat we bijna de hele dag in deze vulkanenvallei blijven.

1 april. Via diverse mooie meren rijden we richting schiereiland Coromandel om er in principe tot 4 april te blijven. Tenzij we wegspoelen, maar daar ziet het niet naar uit. De weerberichten zijn wel al een week onheilspellend, maar de weergoden zijn ons gunstig gezind. Van de voorspellingen klopt niks, waar we overigens niet bepaald rouwig om zijn. Het weer is fantastisch en wordt zelfs met de dag beter. Het kwik tikt deze dagen zelfs bijna de dertig graden aan. Prachtige kusten passerend verplaatsen we ons slechts langzaam. Zonde om bij deze temperaturen in de camper te zitten, dus stoppen we hier en daar op plekjes met mooie uitzichten, koesteren ons lijf in de overdadige warmte en genieten van mooie zonsondergangen zoals bij Hahei (zie foto). Het was de bedoeling hier een loopje te doen van zo'n anderhalf uur naar de Cathedral Cove. Een enorme rots met de vorm van een kerk, 'gebouwd' op een schitterend strandje. Die wandeling doen we ook, was trouwens meer klimmen dan wandelen. Maar dan volgt ook wel een beloning. Het blijkt zo mooi te zijn, dat we nog maar een nachtje in Hahei blijven. Gaan we gewoon morgen nog een keertje terug.