Ogenblikje a.u.b., de pagina wordt geladen..

15 maart. Na een nachtje aan zee, straalt ook vanmorgen de zon weer overdadig aan een strakblauwe hemel. Wandelen in de buurt van en bovenop Cape Farewell, dat doen we vandaag. Je waant je alleen op de wereld. Werkelijk geen mens te zien, onbegrijpelijk want hier op het noordelijkste puntje van het zuidereiland is het heel erg mooi. Het ligt natuurlijk wel een beetje uit de route. In de baai zitten trouwens bijzondere zwarte zwanen, die onder hun vleugels wit zijn. Via Takaka Hill, zoals ook de weg hier naar toe leidde, rijden we terug om deze dag af te sluiten in Motueka.

16 maart. Naar Mount Arthur's Hut in het Kahurangi National Park gaan we vanmorgen. Volgens een brochure een aanrader. Eens kijken of dat zo is. Langs fruit- en hopplantages, het bier in Nieuw-Zeeland schijnt zich te kunnen meten met allerlei andere grote namen in de bierwereld, naderen we de plek die we in gedachten hebben. De weg, lopend langs enorme afgronden, wordt echter in rap tempo slechter, smaller en stijler. Zweetpareltjes op Dick zijn voorhoofd. Maar daar verschijnt dan toch het bord: 'Kahurangi National Park'. We zijn er. Een terugkerende wandelaar trekt verbaast zijn wenkbrouwen op en vraagt of we echt met de camper naar boven zijn gekomen. Wat denkt-ie dan? Zeker dat we dat ding onder de arm hebben genomen.
Het gaat hier natuurlijk om de tekst op het bord.
Al met al bevestigt het de conclusie die we zelf inmiddels ook al hebben getrokken. Dit hadden we beter niet kunnen doen. Maar nu we toch hierboven zitten, drinken we wel even een bakkie. Hiertoe blijft het verblijf beperkt. Van de wandeling zien we af, want het is een beter idee hier heelhuids vandaan te komen. Dat lukt ook nog. Via een schilderachtig decor begeven we ons weer naar Blenheim in Marlborough. Het klopt dat we daar al zijn geweest, maar hier vandaan gaat nu eenmaal de boot naar het noordereiland. En daar gaan we de 18e heen.


De Marlborough Sounds,
het laatste dat we van het Zuidereiland zien.

18 maart. De laatste nacht op het zuider-eiland brengen we door in Marlborough's Picton. Deze 18e staat dan ook vooral in het teken van de verplaatsing van onze hele huishouding per boot maar Wellington. Het eerste stuk is door de mooie Marlborough Sounds om vervolgens op open zee te komen.

Dit is de Cook Strait. Na zo'n drie uur doemt de haven van Wellington op. Een kleine verkenning door de stad maakt al snel duidelijk dat Wellington, met een bruisend hart, van alle gemakken is voorzien. Deze hoofdstad vraagt om wat meer aandacht. Die krijgt ze dan ook van ons de komende dagen.

19-21 maart zijn we in en om Wellington. Slenteren door Lambton Quay, de belangrijkste winkelstraat van Wellington, gaan met de antieke kabeltram naar een botanische tuin, vanwaar we over de stad uitkijken, en zijn twee avonden te gast bij Barry en Barbara Vrijenhoek in Upper Hutt, een voorstad van Wellington. Dick en Barry vertegenwoordigden elk hun land bij US Central Command in Tampa (Florida). Kerst 2003 dineerden we bij hun in Tampa.
Gezelligheid troef bij Barry en Barbara Vrijenhoek
in Upper Hutt.
Nu worden we wederom bijzonder gastvrij onthaald, genieten eerst van een BBQ waarbij de wijn rijkelijk vloeit. Teveel om nog naar een campsite te gaan. Dus slapen we gewoon in onze camper midden in de woonwijk. Dat kan makkelijk hier. Die nacht zet Nieuw-Zeeland de klok een uur terug (het tijdsverschil met Nederland is nog slechts elf uur). Maar ja, weten wij veel. Pas weer bij Barbara en Barry vernemen we dat de dag ineens langer is. Barbara kokkerelt inmiddels een fantastische maaltijd met lamsvlees, typisch Nieuw-Zeelands. De avonden met dit stel zijn meer dan gezellig. Maar het zit er nu toch echt op Zij beginnen aan een nieuwe werkweek en wij gaan de noordelijke kant op. Die eindigt in Levin op het Levin Motor Camp. Eigenaar David Goodin heeft het daar helemaal voor elkaar. We staan aan een keurig onderhouden grasmat. De douches in privecabines zijn brandschoon en goed. Er staat een prettige keuken ter beschikking, evenals een prima wasmachine en droger, eentje die niet stopt na twintig minuten, maar lekker doordraait tot de was gewoon droog is. Iets dat we nog niet veel zijn tegengekomen. Eigenlijk is dit tot nu toe het beste kamp dat we treffen en dat voor slechts twintig Nieuw-Zeelandse dollar. Een aanrader dus, de reden waarom we het kamp aan de Parker Road noemen. En met Levin sluiten we meteen onze zevende week af.